Kennis van schaatsmateriaal

Tijdens het geven van een schaatsles zul je niet alleen oefeningen, maar regelmatig ook andere informatie geven. Cursisten zullen bijvoorbeeld zelf aan jou vragen stellen over zaken als materiaal en slijpen van de schaatsen. Om als instructeur antwoord te kunnen geven op die vragen heb je deze kennis nodig. Hieronder vind je informatie over: schaatskeuze voor verschillende doelgroepen, het verzorgen van de schaatsen (slijpen en ronden), wat te doen aan het eind van het seizoen en een aantal veiligheid overwegingen.

JEUGD
De meeste variatie in schaatsen zie je bij kinderen. Toch zijn er een aantal schaatsen die je vaak tegenkomt. Verder zijn niet alle schaatsen even scherp. Zeker met hard ijs kan dat vervelend zijn.

Easy Glider: Voor de jongste jeugd zijn er Easy Gliders. Voorheen was dit een goede optie maar combinoren zijn inmiddels meer aan te bevelen. Combinoren zijn er inmiddels ook voor de kleinere maatjes of zelfs in meegroeiversies. Mocht je wel voor easygliders kiezen, zorg er dan voor dat de schaatsen aan de goede voet zitten. De zwarte clipjes moeten aan de buitenkant van de voet zitten. Als de bandjes te lang zijn, kunnen de kinderen erdoor uitglijden. Raad de ouders aan om in dat geval de bandjes iets af te knippen. De kinderen kunnen het best laarzen aantrekken, deze geven de meeste steun. Bij kinderen die lage schoenen aan hebben snijdt het hoogste bandje in de voet. Bergschoenen zijn wel lekker warm maar zijn te stug en schaatsen niet fijn.

Combi Noor & Soft Combi Noor: Het merendeel van de kinderen draagt combinoren of noren met zachte schoen (Soft Combi). De Combinoor heeft ten opzicht van de lage noor een sterke stevige hoge kunststof schoen. Het ijzer is net zo laag als een lage noor. De schoen wordt vaak vast gezet om de voeten met behulp van clipjes. Deze schaats is super stabiel en bovendien ook nog warm om de voeten. Let ook bij combinoren  dat de schaatsen aan de goede voet zitten.

Lage Noor: Deze schaats heeft een ijzer met lage potjes met een lage leren schoen er boven op. Doordat deze schaats laag is, sta je er stabiel op en de schoen wordt als comfortabel ervaren. Deze wordt aangeraden bij kinderen die al lekker kunnen schaatsen. Bij kinderen met slappe enkels kunnen deze schaatsen de ontwikkeling in schaats techniek tegen houden. Als de enkels sterk genoeg worden en de balans voldoende is, kunnen kinderen op een gegeven moment overstappen op klapschaatsen. Vanaf welke leeftijd precies is moeilijk te zeggen. Vanaf 10 a 12 jaar kunnen wat meer gevorderde kinderen een keer kijken of ze de overstap kunnen maken.


BEGINNENDE SCHAATSERS
Beginnende schaatsers hebben vaak moeite met de balans te vinden op het ijs. Bovendien zijn ze vaak angstig, onzeker en gespannen. Voor deze groep is het goed dat ze een paar schaatsen hebben die stevig om de enkels zitten. Hieronder een paar voorbeelden.

Lage Noor: Deze schaats heeft een ijzer met lage potjes met een lage leren schoen er boven op. Doordat deze schaats laag is, sta je er stabiel op en de schoen wordt als comfortabel ervaren. Prijsklasse:  +/-  80 t/m 110 euro,  Voorbeeld: Viking II, Viking midlaag

Combi Noor: De Combinoor heeft ten opzicht van de lage noor een sterke stevige hoge kunststof schoen. Het ijzer is net zo laag als een lage noor. De schoen wordt vaak vast gezet om de voeten met behulp van clipjes. Deze schaats is super stabiel en bovendien ook nog warm om de voeten. Prijsklasse:  +/-  100 t/m 140 euro, Voorbeeld: Zandstra Combi, Viking Combi II

Soft Combi: Deze schaats is goed vergelijkbaar met de combinoor. Het heeft een stevige stabiele schoen met lage potjes op de ijzer. De schoen kan iets lager zijn dan de combinoor en is bovendien zachter. De schoen wordt als iets comfortabeler ervaren en geeft ook wat meer gevoel met het ijs. Prijsklasse:  +/-  140 t/m 180 euro, Bijvoorbeeld: Viking Combi I, Zandstra semi soft comfort noor


MIDDENGROEPERS
Cursisten uit een middengroep zijn in staat om lekker te kunnen schaatsen, maar zijn nog niet in staat om gecontroleerd te spelen met hun technische vaardigheid. Ook staat deze groep vaak op de grens van wel of niet pootje over door de hele bocht. Ook deze groep heeft baat bij extra stabiliteit. Bij hogere snelheden kan er gekozen worden voor hoge noren, omdat dan techniek, met name in de bocht, nog beter uitgevoerd kan worden. Dit is onder andere omdat je bij hogere snelheden schuiner kan gaan hangen, waardoor de zijkant van je schoen op het ijs terecht kan komen. Als de schoenen hoger staan heb je hier dus minder last van.

Lage noor: Deze schaats heeft een ijzer met lage potjes met een lage leren schoen er boven op. Doordat deze schaats laag is, sta je er stabiel op en de schoen wordt als comfortabel ervaren.  Soms zie je bij de middengroep ook nog lage noren met een kuip schoen. Dit is een luxere en stevigere schoen met de mogelijkheid voor het ombouwen naar hoge noor of klapschaats. Prijsklasse:  +/-  80 t/m 300 euro, Voorbeeld: Viking I, Viking II, Viking midlaag

Hoge noor: Deze schaatsen hebben hoger potten op de ijzer, waardoor de mobiliteit hoger wordt, maar de stabiliteit wordt iets minder.  Met deze schaats zijn er kleinere hoeken mogelijk met het ijs, waardoor je bijvoorbeeld beter door de bocht komt. Het comfort en gevoel bij deze schaats is ook wat hoger dan bij lagere noren, omdat er vaak een wat luxere schoen op zit. Prijsklasse: +/- 250 t/m 570 euro, Voorbeelden: Viking Marathon I hoog, Marathon Mid, Viking Marathon Special

Klapschaats midden: Een softcombi noor wordt ook wel eens voorzien van een klapstel.  De hoge stevige schoen in combinatie met een iets lagere klapschaats dan een “echte” klapschaats zorgt ervoor dat deze schaatsen stabieler zijn. Op deze manier kan je de natuurlijkere afzet van klapschaats ervaren en heb je toch die extra stabiliteit te pakken. Daarentegen is het gevoel wat minder en bij hogere snelheden kan deze schaats ook de bocht en afzet beperken. Prijsklasse: +/- 200 euro, Voorbeelden: Viking Combi deluxe, Viking Combi I klap, Zandstra Comfort Klap


GEVORDERDE SCHAATSERS
Gevorderde schaatsers hebben de meeste onderdelen van de techniek onder controle en zijn vaak in staat om te spelen met hun schaatsslag. Doordat deze cursisten hogere snelheden halen en vaak zoeken naar de juiste slag, is het belangrijk dat ze op hoge schaatsen rijden en ook meer gevoel hebben met het ijs in vergelijking met lage groepen.

Hoge noor: Deze schaatsen hebben hogere potten op de ijzer, waardoor de mobiliteit hoger wordt, maar de stabiliteit wordt iets minder.  Met deze schaats zijn er kleinere hoeken mogelijk met het ijs, waardoor je bijvoorbeeld beter door de bocht komt. Het comfort en gevoel bij deze schaats is ook wat hoger dan bij lagere noren, omdat er vaak een wat luxere schoen op zit. Prijsklasse: +/- 250 t/m 570 euro, Voorbeelden: Viking Marathon I hoog, Marathon Mid, Viking Marathon Special

Klapschaats: Dit is een schaats met een hoog onderstel, waarvan het ijzer verbonden is met een scharnier aan de voorkant van de schoen. Het ijzer kan hierdoor los klappen aan het einde van de afzet. Het schaatsen voelt hierdoor natuurlijker aan en druk kan langer worden vast gehouden, waardoor er makkelijker hogere snelheden gehaald kunnen worden. Het nadeel hiervan is dat deze ook meer vergevingsgezind is bij een afzet op de punten. Dus vooral mensen met een goede techniek profiteren van deze schaats. Prijsklasse: +/- 400 t/m 900 euro, Voorbeelden: Diverse klapschaatsen van Maple en Viking

DE 4X ONMISBAAR VOOR JE EERSTE SCHAATSLES

Stel: je aller eerste schaatsles komt er aan. Dan is het heel begrijpelijk als je een aantal dingen nog niet weet, en misschien wel met een paar vragen zit. Daarom hebben we hier 4 onmisbare dingen voor jou beschreven, om je te helpen bij je voorbereiding. Want een goede voorbereiding is het halve werk.

1: Scherpe schaatsen
Wat veel mensen niet weten is dat nieuwe schaatsen vaak nog geslepen moeten worden voor je er lekker op kunt gaan schaatsen. Nieuwe schaatsen zijn vaak niet ‘rijklaar’. En wist je dat je schaatsen na het schaatsen op natuurijs meestal ook een slijpbeurt kunnen gebruiken?

2: Handschoenen
Het lijkt flauw, maar zonder handschoenen mag je het ijs niet op. Dat is niet alleen omdat we het zo belangrijk vinden dat je geen kou vat, maar ook voor de veiligheid. Mocht je vallen of op een andere manier in de situatie terechtkomen waarbij je handen het ijs raken, dan zijn handschoenen je bescherming tegen al die andere (scherpe) schaatsen. Gewone handschoenen zijn prima. Er zijn ook speciale schaatshandschoenen te koop die ‘snijbescherming’ bieden.

Afbeeldingsresultaat voor shorttrack gloves

3: Muts of helm
Je ziet dat veel schaatsers een muts dragen. Er zijn een hele hoop lekker warme, leuke en mooie mutsen. Naast leuk en warm is een muts ook nuttig. Een muts biedt net als handschoenen een beetje extra bescherming. Je ziet ook steeds vaker schaatsers met een helm of een cap op het ijs. Daarmee bescherm je je hoofd uiteraard nog beter dan met een muts.

4: Broek
Wedstrijdschaatsers schaatsen in een pak, snellere schaatsers meestal in een schaatsbroek. Heb je geen schaatsbroek? Geen probleem. Belangrijk is dat je een broek draagt waar je goed in kunt bewegen. Een spijkerbroek kan gaan knellen en dat is niet lekker, want met schaatsen heb je bewegingsvrijheid nodig. Een schaatsbroek is mooi; zit strak, nergens in de weg, is soepel, dus je hebt bewegingsvrijheid én is lekker warm. Een schaatsbroek of pak zit trouwens idealiter lekker hoog of vast aan je schouders; lekker warm en zakt niet af.
Stiekem schaatsen best veel mensen in een hardloopbroek. Weet wel dat een schaatsbroek vaak een warm laagje heeft ingebouwd tegen de kou van het ijs. Het is daarom aan te raden nog een thermobroek onder je hardloopbroek te dragen.

Heel veel plezier en tot op het ijs! Zit je nog met vragen? Neem dan contact met ons op, we helpen je graag!

 

DE SCHAATSHELM (petje op of petje af?)
Het is mooi weer en je bent heerlijk aan het schaatsen. En dan…plof! Daar lig je dan. Waarschijnlijk reed je net door een scheurtje, over een hobbel in het ijs of mischien wel een blaadje van de bomen. Pff… Gelukkig kan je zonder schade weer door. Een val tijdens het schaatsen is zo gemaakt en meestal kom je er goed vanaf.
Jaarlijks bezoeken zo’n zesduizend schaatsers de spoedeisende hulp. Bij natuurijs neemt dat aantal toe. Er zitten veel scheuren in het natuurijs en daar heb je goede concentratie en ervaring voor nodig. Tussen 2002 en 2006 meldden zich volgens Consument en Veiligheid jaarlijks bijna zevenhonderd mensen met een hoofd-, hals- of nekblessure bij een afdeling spoedeisende hulp. Je kunt jezelf een hoop ellende besparen door je hoofd goed te beschermen. Alleen al een veiliger gevoel kan er voor zorgen dat je meer ontspannen rijdt, waardoor het risico op vallen en blessures kleiner wordt.
In eerste instantie kan je beginnen met het dragen van een muts. Dat zit comfortabel en helpt ook nog eens tegen de kou. Een muts verkleint de kans op snij- en schaafwonden aan het hoofd. Helaas is het maar een lichte barrière tussen het hoofd en het ijs en voorkomt het geen hoofdletsel.
Goede bescherming kan alleen gegarandeerd worden met een helm. Een wielrenhelm is echter af te raden, omdat de punt aan de achterkant voor problemen kan zorgen bij een val op het achterhoofd. In het shorttrack, waar een helm verplicht is, zijn de helmen iets kleiner en speciaal gemaakt voor valpartijen op het ijs. Toch zijn deze helmen vaak niet warm genoeg tijdens vorst. Je zou een ski- of snowboardhelm kunnen overwegen, of je kunt voor de schaatshelm gaan.
Tegenwoordig hebben Ribcap en Smartcap hoofdbescherming ontwikkeld, specifiek voor het schaatsen. Als je  wilt gaan voor een muts, dan kun je kiezen voor een Ribcap. Dit is een muts gevuld met schokabsorberend protectiemateriaal. Deze mutsen zijn lekker warm en je hebt ze ook nog eens in allerlei, hippe, modellen. Wil je toch iets sportiever, dan kom je uit bij de Smartcap. Dit is een helm speciaal ontwikkeld voor het schaatsen. Hij is bovendien erg licht, ventilerend en je kunt hem eenvoudig met riempjes op maat maken voor je hoofd. Daarnaast is er ook  materiaal om hem mooier te maken, zoals een bandana.

EINDE SEIZOEN
Aan het einde van het schaatsseizoen kun je de schaatsen opbergen. Dit moet echter  zorgvuldig gebeuren, zodat je de schaatsen in het nieuwe seizoen weer optimaal kan gebruiken.
Invetten ijzers: Wanneer de schaatsen lange tijd niet worden gebruikt, kunnen de ijzers gaan roesten. Om dit te voorkomen, is het handig het metalen gedeelte van de schaats in te smeren met vet of vaseline. Doe dit wel met zuurvrije vaseline. Naaimachine- of smeerolie is ook goed, want dit is makkelijker in te smeren en voorkomt klonten op het ijzer.
Invetten schoenen: Schaatsen met leren schoen moeten ook onderhouden worden. Deze kan je insmeren met daarvoor bestemde schoenpoets. Hiermee voorkom je uitdroging en blijft het leer lekker soepel.
Opbergen: De schaatsen moeten zonder beschermers om worden opgeborgen in bijvoorbeeld een krant. Leg de schaatsen op een, bij voorkeur, droge plek met weinig temperatuurschommelingen. Op deze manier heb je het minste kans op roestende ijzers.

 

SCHAATSEN SLIJPEN
Om goed te kunnen schaatsen, heb je scherpe ijzers nodig. Met scherpe schaatsen glij je beter over het ijs en doordat je meer grip hebt, kun je beter afzetten en glijd je minder snel uit. Bij scherpe schaatsen zijn de hoeken van het ijzer 90°.

De ijzers van de schaatsen worden in de loop van de tijd bot. Dit is afhankelijk van hoe vaak ze gebruikt worden en op wat voor ijs je schaatst. Doordat er vaker zand op natuurijs ligt dan op de ijsbaan, worden de ijzers sneller bot op natuurijs. Je kunt zelf controleren of je ijzers bot zijn door je nagel langs het randje te gaan. Als er “slijpsel” achter blijft is hij scherp. Je moet dan wel een paar plekken proberen want het ijzer wordt nooit gelijkmatig bot. Als je twijfelt kun je het natuurlijk ook altijd even aan de instructeur vragen.

Je kunt je schaatsen laten slijpen in een schaatswinkel, of je kunt, zeker als je vaker schaatst, zelf slijpen.
Wat heb je hiervoor nodig:
– Slijptafel
– Slijpsteen
– Afbraamsteentje

Er is veel discussie onder de schaatsers over hoe je precies moet slijpen, maar het principe is altijd hetzelfde. De bedoeling bij het slijpen is de botte  hoekjes weg te slijpen. Om dit zo efficiënt en nauwkeurig mogelijk te doen, worden de schaatsen met ijzers op gelijke hoogte in een slijptafel vast gezet.
Door nu met een slijpsteen over de ijzers te gaan, ontstaan er aan beide kanten van het ijzer bramen. Vervolgens ga je met het afbraamsteentje over de zijkanten van de ijzers, waardoor de bramen de andere kant worden opgeduwd. Door dit een aantal malen te herhalen, zal de braam door “metaalmoeheid”afbreken. Je begint bij het slijpen met een grove steen en je werkt vervolgens toe naar een steeds fijnere slijpsteen, waardoor de bramen dus steeds kleiner worden. Er zijn veel uitleg filmpjes te vinden over hoe je je schaatsen zelf kunt slijpen.

Wanneer moet je je schaatsen slijpen?
Dat is eigenlijk heel simpel, namelijk als je schaatsen bot zijn. Dit merk je ten eerste aan de verminderde hoeveelheid grip die je hebt op het ijs. Je kan het ook voelen door met de bovenkant van je nagel schuin langs de hoekjes van ijzer te halen. Als er weinig tot geen slijpsel van je nagel op het ijzer achterblijft is de schaats bot.
Schaatsen kunnen ook bot aanvoelen door een braam op het ijzer.  Deze kun je voelen door met de punt van je nagel van boven naar beneden langs het ijzer te gaan. Er zit een braam als je nagel vlak voor de onderkant blijft haken.

Een schaatsronding
Het ijzer van de schaats is van de zijkant gezien rond. Het is een deel van een circelboog dat ook wel de ronding van de schaats wordt genoemd. Deze ronding zorgt voor een optimale glijdruk en zorgt ervoor dat de schaats kan sturen op het ijs. Hierdoor kan je de s-curve maken op het ijs en is er dus een goede afzet mogelijk. Daarnaast kom je er beter de bocht mee door.

(tekening  van schaatsmateriaal.nl)

De ronding van de meeste schaatsen is 21 meter, maar kan varieren van 19 tot 25 meter. Deze ronding kan afhangen van het gewicht van de persoon, de schaatstechniek en de tak van het schaatsen. Hoe zwaarder de persoon, hoe groter de ronding. Iemand met lange slagen heeft meer voordeel bij een grote ronding. Ook als je gaat schaatsen op natuurijs, met lange stukken rechtdoor, is een grote ronding prettiger. De ronding is echter het meest afhankelijk van wat de persoon het lekkerste vind rijden.
Je kunt de ronding controleren door de glijvlakken van beide ijzers tegen elkaar te houden. Je kan dan tussen je ijzers door kijken of beide ijzers mooi rond zijn. Echter is een ronding vaak een precisie werk, want er kunnen ook vlakke stukken tussen zitten. Om het goed te meten, beschikt elke schaatswinkel de hiervoor bedoelde meters.
Als je ongeveer 1 keer per week schaatst, is het aan te raden 1 à 2 keer per jaar je schaatsen te ronden. Het ronden van schaatsen wordt gedaan in hiervoor speciaal gemaakte machine. Bijna elke schaatswinkel beschikt zo’n machine en dus kan je hier vaak terecht voor het ronden van je schaatsen.