Week 11

Week 11

Beginnende groep week 11

Week 11 Beginnende schaatsers thema: Bocht
Tijd opdracht variatie oefenvorm
1 Houd in de bocht je linkerhand links tegen je linkerknie aan.
  • Probeer zo over te stappen(hand blijft tegen de knie aan).
  • Probeer eens je hand in je knieholte te houden
  • Is het lastig, probeer dan met je linkerhand door de bocht heen te wijzen.
Oefen dit geconcentreerd een aantal ronden.

Neem daarna even rust.

2 Probeer in de bocht zo veel mogelijk over te stappen
  • Tel hoe vaak je overstapt
  • Doe het in een gelijk ritme; een-twee-een-twee
  • Blijf klein, dan gaat het gemakkelijker
Oefen dit 2 ronden=4 bochten.

Even rusten/ evalueren en nog een keer.

3 Zoek een lijn op het rechte eind op en schaats steeds met rechts en met links door de lijn heen. 
  • Glij steeds door de lijn
  • Steeds in een vast ritme
  • Probeer in de bocht over te stappen(ook vast ritme maar sneller dan op het r.e.)
2 Ronden en dan even rusten/evalueren en weer verder.
4 Schaats steeds 2 rondes stevig door en dan een halve ronde rechtop. Probeer daarmee zoveel mogelijk rondes rijden als je kunt.
  • Probeer compact te blijven.
  • Probeer op een vaste plek van de baan te blijven.
  • Probeer elke bocht(zeker 1 keer over te stappen, meer mag).
Rijd door tot het einde van de les. Met maar 1 keer even uitrusten.

 

Midden Gevorderden week 11

 

Week 11 Gevorderden thema: Stabiliteit en Power..
Tijd opdracht variatie oefenvorm
1 Schaats in de bocht een net hogere frequentie dan normaal. Met minder kracht per slag. Houdt je bovenlichaam de bocht in(steeds stabiel links van je schaatsen)
  • Op het rechte eind relaxed doorschaatsen met een beduidend lagere frequentie dan in de bocht.
3 x 4 ronden. Rijd van bocht naar bocht.

Tussendoor 1 rust.

langzaam / rustig / stevig / hard

2 Tik op één rechte eind per ronde tijdens het bijhalen met je hand tegen de buitenkant van je schaats(zo laag mogelijk). Blijf de hele ronde op deze hoogte.
Vraag eventueel een voorbeeld van de instructeur.
  • Knik goed in je navel en je knieën.
  • Blijf je wel heen en weer bewegen (zijwaartse verplaatsing).
  • Doordat je  met je lichaam bij je bovenbeen blijft, sta je meer boven je schaats en kun je veel power leveren. Doe dat ook.
  • Vraag om feedback van je instructeur.
3 x 4 ronden. 

Tussendoor 1 rust.

langzaam / rustig / stevig / hard

3 Glij in elke bocht de tweede helft van de bocht op één been door. Blijf gewoon compact.

De ene bocht het rechterbeen, de andere bocht het linkerbeen.

  • Probeer je lijn te blijven volgen.
  • Probeer het andere been gebogen dicht bij je te houden.
  • Houd je lichaam in de bocht.
  • Vraag om feedback van je instructeur.
3 x 4 ronden. Rijd van bocht naar bocht.

Tussendoor 1 rust.

langzaam / rustig / stevig / hard

4 Meer conditioneel.

Rijd steeds 3 rondes normale snelheid en 1 ronde hard door.

  • Rijd de ronde relaxed in een iets hogere houding.
  • Maak in de snelle ronde snelheid in de bochten en houd dat goed vast op het rechte eind.
zoveel mogelijk keer tot het einde van de les. Eventueel 1 x echt rust ertussen(1 of 2 rondes).

langzaam / rustig / stevig / hard